Page 108 - Jaarverslag 2020
P. 108

Bestuursverslag | Hoofdstuk 7
 Tenslotte heeft de RvT kennisgenomen van het BlackRock rapport over de gevolgen van het in 2019 gesloten en in 2020 verder uitgewerkte pensioenakkoord voor het beleggingsbeleid.
Een van de belangrijkste veranderingen is de introductie van life cycle beleggen, vanuit de idee dat jongere deelnemers meer beleggingsrisico kunnen nemen dan oudere deelnemers. Andere belangrijke elementen zijn een nauwere aansluiting tussen risicohouding en beleggingsbeleid en het verdwijnen van de nominaal-reële spagaat, zodat het beleggingsbeleid niet meer hoeft te worden ingericht met het oog op het voldoen aan een nominale dekkingsgraad met een bepaalde kans.
Collectieve Waarde Overdrachten
Nieuwe collectieve waardeoverdrachten zijn er in 2020 niet geweest. Hoewel hier al enige tijd over is gesproken heeft een mogelijke overdracht van het vermogen van het gesloten pensioenfonds Wonen naar het pensioenfonds (nog) niet plaatsgevonden. De enige kwestie in 2020 op het vlak van de collectieve waardeoverdrachten betreft die van een groep oud-werknemers van Heineken die pensioen opbouwden bij pensioenfonds Dranken dat zich recent bij het pensioenfonds heeft aangesloten. Bedoeling was om deze deelnemers over te dragen aan pensioenfonds Heineken dat de rest van hun pensioenen betaalt. Uiteindelijk heeft de overdracht nog niet plaatsgevonden.
Het nieuwe pensioencontract
De RvT heeft zich uitgebreid laten informeren over de uitwerking van het pensioenakkoord en de invaar- mogelijkheden. Bij een standaard transitie worden
de bestaande rechten omgezet (ingevaren) naar een nieuw pensioencontract. Sociale partners en het pensioenfonds kunnen afwijken van het standaard
transitiepad als het invaren tot onevenredig nadeel zou leiden. Uitgangspunt is dat het totaalpakket
leidt tot een evenwichtige verdeling tussen de generaties. Het bestuur en het bestuursbureau zijn
in een vroeg stadium betrokken bij doorrekeningen en uitwerkingen van een nieuw contract. Effecten
van het afschaffen van de doorsneesystematiek
en het nieuwe contract heeft het pensioenfonds
met eerste berekeningen inzichtelijk gemaakt. Het uiterste transitie-moment is 1 januari 2027. De sociale partners zullen het besluit moeten nemen voor een nieuwe regeling en het al dan niet invaren van de bestaande pensioenen.
De RvT heeft een sterke voorkeur om zo
spoedig mogelijk over te gaan naar een nieuwe pensioenregeling. Het bestaande pensioencontract komt steeds meer onder druk te staan. Door de extreem lage rente en de vigerende regelgeving is
de premiedekkingsgraad sterk gedaald. Zelfs door een aanzienlijke premieverhoging en een verlaging van de pensioenopbouw met ingang van 2021 blijft de premiedekkingsgraad fors onder de 100 procent. Een evenwichtige belangenafweging (Art.105, lid 2 PW) zal hierdoor in de toekomst steeds moeilijker te onderbouwen zijn. De keuze van de regeling ligt bij de sociale partners. De RvT stelt met tevredenheid vast dat het bestuur al een project is gestart om klaar te zijn voor een mogelijke start op 1 januari 2023.
Sessie over afschaffing doorsneesystematiek
De RvT is in een bijeenkomst geïnformeerd over de consequenties van de afschaffing van de doorsneesystematiek voor de verschillende groepen deelnemers onder verschillende omstandigheden. Afschaffing van de doorsneesystematiek gaat plaatsvinden door
 108
De RvT heeft een sterke voorkeur om zo spoedig mogelijk over te gaan naar een nieuwe pensioenregeling
 













































































   106   107   108   109   110