Gevolg van afschaffing doorsneesystematiek
In de huidige pensioenregeling betaalt iedere werknemer hetzelfde percentage premie van zijn salaris. Iedere ingelegde euro leidt tot gelijke pensioenopbouw, ongeacht de leeftijd. Omdat de premie van jongere werknemers langer kan renderen, draagt die premie relatief meer bij dan nodig is voor het eigen pensioen. Met dat extra rendement wordt nu een deel van het pensioen van oudere collega’s betaald. Dat heet de doorsneesystematiek. In de nieuwe regeling verdwijnt die systematiek. Iedereen betaalt nog steeds hetzelfde percentage premie, maar bouwt voortaan pensioen op voor zichzelf – in een persoonlijk pensioenvermogen (persoonlijk pensioenkapitaal).
Door het afschaffen van de doorsneesystematiek verandert de balans tussen jong en oud. Deelnemers die jarenlang meer hebben betaald dan nodig was voor hun eigen pensioen, krijgen dat niet automatisch terug. Zij bouwen in de nieuwe regeling iets minder pensioen op dan ze in de huidige regeling zouden hebben gedaan. Om dat verschil kleiner te maken, is er een compensatieregeling. Die zorgt ervoor dat de overgang eerlijk verloopt voor iedereen die nog pensioen opbouwt bij Pensioenfonds Detailhandel.
De compensatie is dus geen extra voordeel, maar een manier om te zorgen dat niemand onnodig nadeel heeft van de overgang. Zo blijft het eerlijk voor iedereen.
Voor wie geldt de compensatie?
De compensatie geldt voor:
Werknemers die in het jaar van de overgang pensioen opbouwen bij Pensioenfonds Detailhandel en jonger zijn dan 67 jaar.
Deelnemers die (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt zijn en een premievrije voortzetting hebben.
De compensatie geldt alleen zolang iemand pensioen opbouwt bij Pensioenfonds Detailhandel. Wie al met pensioen is of niet meer in de sector werkt, krijgt geen compensatie. Om welke leeftijden en bedragen het precies gaat, is nu nog niet bekend. Dat wordt vlak voor de overgang vastgesteld. Iedere deelnemer krijgt dan een persoonlijk transitieoverzicht met de berekening van diens compensatie.
Twee belangrijke communicatiemomenten
Iedere deelnemer hoort op twee momenten wat de compensatie voor hem of haar betekent:
- Voorlopig transitieoverzicht
Uiterlijk één maand vóór de overgang ontvangt iedere deelnemer een eerste berekening van het pensioen in de nieuwe regeling. Daarin staat ook een inschatting van de compensatie. - Definitief transitieoverzicht (Transitie-UPO)
Binnen een half jaar na de overgang ontvangen deelnemers een definitieve berekening van hun pensioen én hun compensatie.
Werkgevers worden rond dezelfde momenten geïnformeerd via de website en via de Werkgever, ons nieuwsbulletin voor werkgevers en administratiekantoren.
Hoe wordt de compensatie gefinancierd?
Of en hoe de compensatie kan worden betaald, hangt af van de financiële situatie van het fonds. Oftewel, hoe financieel gezond is het pensioenfonds? Wat wordt uitgedrukt in de dekkingsgraad - het percentage dat laat zien of er genoeg geld is om alle pensioenen te kunnen betalen, nu en in de toekomst.
Bij een dekkingsgraad boven de 112%
In de verplichte regeling: de compensatie wordt volledig uit het vermogen van het fonds gefinancierd en tijdens het transitiejaar naar de nieuwe regeling toegekend. Dit gebeurt maandelijks in 12 maanden.
In de aanvullende regeling: de compensatie wordt volledig uit het vermogen van het fonds gefinancierd. 75% van de compensatie wordt maandelijks in 12 maanden toegekend (in het overgangsjaar). En de resterende 25% wordt maandelijks in 60 maanden (vanaf het overgangsjaar) toegekend.
Bij een dekkingsgraad onder de 112%
In de verplichte regeling: de compensatie wordt deels uit vermogen gefinancierd. Dit gebeurt maandelijks in 12 maanden. Het resterende deel wordt uit premie gefinancierd, dit gebeurt maandelijks in 120 maanden.
In de aanvullende regeling: De compensatie wordt deels uit het vermogen gefinancierd: 75% van de compensatie wordt maandelijks in 12 maanden toegekend, de resterende 25% wordt maandelijks in 60 maanden toegekend. Het resterende deel wordt uit de premie gefinancierd, dit gebeurt maandelijks in 120 maanden.
Hoe hoog het exacte compensatiebedrag zal uitvallen is dus afhankelijk van de economische omstandigheden en financiële situatie van het pensioenfonds op de overgangsdatum naar de nieuwe regeling.