Page 104 - Jaarverslag 2020
P. 104

Bestuursverslag | Hoofdstuk 7
 De RvT is van oordeel dat het pensioenfonds gedurende het jaar 2020 majeure stappen heeft gezet
 104
maar deze kwam slechts incidenteel boven het kritische niveau van 5 procent waarbij volgens de Pensioenwet het Verantwoordingsorgaan dient te worden geïnformeerd. Na implementatie van de steunmaatregelen door de overheid, waaronder de NOW-regeling, waren de werkgevers weer in staat de pensioenpremie te betalen waardoor de betalingsachterstand beperkt is gebleven.
Het aantal faillissementen in de detailhandelssector is vooralsnog beperkt gebleven mede door de belangrijke steunoperatie van de zijde van de overheid. Echter, het risico van een toenemend aantal faillissementen blijft zeker aanwezig zolang de pandemie voortduurt. In de beginperiode van de pandemie is het crisisteam Vermogensbeheer veelvuldig bij elkaar geweest. Na verloop van tijd normaliseerde de situatie zich weer relatief snel en vertoonden de financiële markten een goed herstel. De RvT heeft geconstateerd dat de impact van
de coronapandemie op het sterftecijfer binnen
het pensioenfonds relatief beperkt is gebleven doordat is gebleken dat de gemiddelde leeftijd
van de aan Covid-19 overledenen in 2020 ruim 80 jaar was. Op praktisch gebied werden binnen het pensioenfonds de welbekende maatregelen genomen van maximaal thuiswerken door de medewerkers
van het bestuursbureau en het terugbrengen
tot een minimum wat betreft fysieke contacten, bijeenkomsten en vergaderingen. Voor de RvT had dit als consequentie dat in het afgelopen jaar slechts tweemaal een fysieke vergadering kon plaatsvinden en dat veelvuldig gebruik werd gemaakt van online vergaderen.
Governance en planning van veranderingen in bestuur
Mede in verband met de overgang naar een nieuwe pensioenuitvoerder met een nieuw pensioensysteem,
het uitwerken van een nieuw pensioencontract en het overleg met sociale partners acht het bestuur het wenselijk om voor de komende 2 jaren de continuïteit en kwaliteit van het pensioenfonds te waarborgen met handhaving van het paritaire bestuursmodel
en komend jaar niet het bestuursmodel te heroverwegen.
Na de vele bestuursmutaties van de afgelopen periode acht het bestuur het risico groot dat er onvoldoende borging van relevante competenties in 2021 zullen zijn. Het bestuur heeft daarbij een oplossing voorgesteld middels herbenoeming van André Snellen en aanpassingen in de samenstelling van de commissies.
De RvT deelt de mening van het bestuur ondanks het feit dat er wordt afgeweken van de Code Pensioenfondsen (inzake de maximale zittingstermijn) wegens de genoemde zwaarwegende argumenten. De RvT is verder van mening dat het de voorkeur verdient dat de bestuurders die het belangrijke
en ingrijpende besluit hebben genomen om een nieuwe uitvoerder te benoemen en een nieuw pensioensysteem te kiezen, verantwoordelijkheid blijven dragen tot na de succesvolle realisatie en implementatie van hun besluit.
Benoeming sleutelfunctiehouders
Het pensioenfonds heeft in 2019 en 2020
belangrijke stappen gezet om IORP ll te implementeren. Inmiddels zijn de sleutelfunctiehouder risicobeheerfunctie en de sleutelfunctiehouder
interne auditfunctie, beiden externe experts, goedgekeurd door DNB en benoemd door het bestuur. De actuariële functie wordt ingevuld door de certificerend actuaris. De heer De Waal is benoemd
 













































































   102   103   104   105   106