Page 120 - Jaarverslag 2020
P. 120
Bestuursverslag | Hoofdstuk 8
Grondslagen voor waardering van activa en passiva Beleggingen
Algemeen
De beleggingen worden gewaardeerd tegen reële waarde per balansdatum. Voor de meerderheid van de financiële instrumenten van het pensioenfonds kan gebruik worden gemaakt van genoteerde marktprijzen. Derivaten worden gewaardeerd
door gebruik te maken van netto contante waardeberekeningen. Bepaalde instrumenten,
zoals participaties in beleggingsfondsen worden gewaardeerd door gebruik te maken van de intrinsieke waarde. Het is gebruikelijk en mogelijk om de reële waarde binnen een aanvaardbare bandbreedte van schattingen vast te stellen. Onderhandse leningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Slechts indien de reële waarde van een belegging niet betrouwbaar kan worden vastgesteld, vindt waardering plaats op basis van geamortiseerde kostprijs. Het begrip reële waarde
is te beschouwen als synoniem van marktwaarde. Onder waardering op marktwaarde wordt verstaan: het bedrag waarvoor een actief kan worden verhandeld of een passief kan worden afgewikkeld tussen ter zake goed geïnformeerde partijen, die tot een transactie bereid en onafhankelijk van elkaar zijn.
Participaties in beleggingspools en -instellingen die gespecialiseerd zijn in een bepaald soort beleggingen worden gerubriceerd en gewaardeerd volgens de grondslagen voor die onderliggende beleggingen (look-through benadering). Bij gemengde beleggingsfondsen wordt aangesloten bij de hoofdcategorie, bepaald op basis van reële waarde.
Financiële instrumenten worden gebruikt
ter afdekking van beleggingsrisico’s en het
realiseren van het vastgelegde beleggingsbeleid.
De derivatenposities zijn opgenomen als een afzonderlijke beleggingscategorie. Derivaten die deel uitmaken van een beleggingsfonds zijn opgenomen in de beleggingscategorie waarin dit beleggingsfonds is gerubriceerd.
Verwerking van waardeveranderingen van beleggingen
Er wordt geen onderscheid gemaakt
tussen gerealiseerde en ongerealiseerde
waardeveranderingen van beleggingen. Alle waardeveranderingen van beleggingen,
inclusief valutakoersverschillen, worden als beleggingsopbrengsten in de staat van baten en lasten opgenomen.
Vastgoedbeleggingen
Beursgenoteerde vastgoedfondsen worden gewaardeerd tegen de reële waarde, zijnde de beurskoers per balansdatum. Niet-beursgenoteerde beleggingen in vastgoedfondsen worden gewaardeerd op het aandeel in de reële waarde
van de onderliggende beleggingen. Indien de waarderingsgrondslagen van vastgoedfondsen afwijken van de waarderingsgrondslagen van het pensioenfonds, wordt de waardering zo mogelijk aangepast aan de waarderingsgrondslagen van het pensioenfonds.
Onroerend goed in ontwikkeling wordt gewaardeerd op basis van kostprijs of lagere reële waarde. De kostprijs zijn de gedane uitgaven, inclusief bouwrente. Na oplevering worden (her)ontwikkelde objecten naar reële waarde geherwaardeerd.
Aandelen
Beursgenoteerde aandelen en participaties in beursgenoteerde beleggingsinstellingen zijn gewaardeerd op reële waarde. De reële waarde is de beursnotering per balansdatum.
Niet-beursgenoteerde aandelen en participaties worden gewaardeerd tegen reële waarde. De
reële waarde van niet-beursgenoteerde aandelen en participaties is bepaald op basis van de laatst bekende intrinsieke waarde. Dit is het aandeel in het zichtbare eigen vermogen.
Private equity beleggingen worden gewaardeerd
op reële waarde, zijnde de intrinsieke waarde.
Deze waarde wordt ontleend aan de meest recente rapportages van de fundmanagers en de fund-of- fund-managers, gecorrigeerd voor kasstromen in
de periode tot balansdatum. Daarnaast wordt bij
de waardering rekening gehouden met eventuele negatieve gevolgen van materiële gebeurtenissen in het verslagjaar na ontvangst van deze rapportages. De managers bepalen de intrinsieke waarde op basis van lokale wet- en regelgeving.
120