Page 121 - Jaarverslag 2020
P. 121
Vastrentende waarden
Beursgenoteerde vastrentende waarden
en participaties in beursgenoteerde beleggingsinstellingen zijn gewaardeerd op reële waarde. De reële waarde is de per balansdatum geldende beurskoers.
Niet-beursgenoteerde vastrentende waarden en geldmarktbeleggingen worden gewaardeerd tegen reële waarde. Deze waarde wordt bepaald door de te ontvangen kasstromen (rente, aflossingen en verwachte boeterente bij vervroegde aflossingen) contant te maken op basis van de geldende marktrente, waarin opgenomen een opslag
voor debiteurenrisico en liquiditeitsrisico. De lopende interest op vastrentende waarden wordt gepresenteerd onder de kortlopende vorderingen en maken derhalve geen onderdeel uit van de reële waarde van de vastrentende waarden.
Vorderingen op banken en posities in rekening- courantsaldi worden gewaardeerd op verkrijgingsprijs.
Derivaten
Derivaten worden gewaardeerd op reële waarde, zijnde de marktwaarde van het contract. Voor beursgenoteerde contracten is dit de beurskoers per balansdatum. Voor niet beursgenoteerde contracten is de waardering gebaseerd op beschikbare marktinformatie als input voor gehanteerde waarderingsmodellen.
Indien een derivatenpositie negatief is, wordt het bedrag onder de passiva verantwoord.
Overige beleggingen
De infrastructuurfondsen worden gewaardeerd op reële waarde, zijnde de intrinsieke waarde. Deze waarde wordt ontleend aan de meest recente rapportages van de fundmanagers en de fund-of- fund-managers, gecorrigeerd voor kasstromen in
de periode tot balansdatum. Daarnaast wordt bij
de waardering rekening gehouden met eventuele negatieve gevolgen van materiële gebeurtenissen in het verslagjaar na ontvangst van deze rapportages. De managers bepalen de intrinsieke waarde op basis van lokale wet- en regelgeving.
Securities lending
Het pensioenfonds neemt deel aan een securities lendingprogramma, waarbij bepaalde effecten voor een korte periode worden uitgeleend aan andere marktpartijen. Beleggingen die in het kader van
een securities lendingcontract worden uitgeleend, blijven deel uitmaken van de balans en worden gewaardeerd conform de grondslag voor waardering en resultaatbepaling zoals die geldt voor deze beleggingen. Indien uit hoofde van een securities lendingprogramma beleggingen als zekerheid zijn ontvangen worden deze beleggingen en de daarmee samenhangende verplichtingen niet in de balans van het pensioenfonds opgenomen maar in de toelichting vermeld. Alle uit het securities lendingprogramma voortvloeiende baten en lasten worden volgens
het toerekenbeginsel over de looptijd van de desbetreffende transacties verantwoord en in de rentebaten of -lasten in de staat van baten en lasten.
Het pensioenfonds participeert direct in securities lending. Binnen de beleggingspools is indirect sprake van securities lending.
Vorderingen en overlopende activa
Vorderingen en overlopende activa worden bij eerste verwerking gewaardeerd op reële waarde. Na eerste verwerking worden vorderingen gewaardeerd op geamortiseerde kostprijs (gelijk aan de nominale waarde indien geen sprake is van transactiekosten) onder aftrek van eventuele bijzondere waardeverminderingen, indien sprake is van oninbaarheid.
Liquide middelen
Liquide middelen worden tegen nominale waarde gewaardeerd. Onder de liquide middelen zijn opgenomen die kas- en banktegoeden die onmiddellijk opeisbaar zijn dan wel een looptijd korter dan twaalf maanden hebben. Zij worden onderscheiden van tegoeden in verband met beleggingstransacties. Liquide middelen uit hoofde van beleggingstransacties worden, ook als het een schuld betreft, gepresenteerd onder de beleggingen. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden.
Pensioenfonds Detailhandel Jaarverslag 2020
121