Vanaf 1 januari 2023 gelden aanvullende transparantie- en rapportagevereisten voor pensioenfondsen en andere financiële partijen: de Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR). Op 10 maart 2021 trad het eerste deel van deze wetgeving in werking.
SFDR is het antwoord van de Europese Unie op het Klimaatakkoord van Parijs en de duurzaamheidsdoelen van de Verenigde Naties (Sustainable Development Goals, of SDG’s). Door van iedere financiële organisatie binnen de Europese lidstaten openheid van zaken te eisen op duurzaamheidsgebied, wil men naar een groenere economie toegroeien. Dit heeft verstrekkende gevolgen voor pensioenfondsen. Zij moeten beschrijven op welke wijze duurzaamheid wordt meegenomen in hun beleggingsbeleid en hierover rapporteren.
Meer transparantie
Meer rapportage en transparantie dus, ook voor Pensioenfonds Detailhandel. Binnen de wetgeving bestaan drie categorieën van beleggingen: grijs, lichtgroen en donkergroen. Hierop moeten ook alle rapportages, documentatie en communicatie naar deelnemers worden aangepast. Met als doel een beter inzicht in de duurzaamheid van de beleggingen.
De drie categorieën van beleggingen zijn:
- Donkergroen; producten met duurzame doelstellingen (‘artikel 9’-producten).
- Lichtgroen; financiële producten die milieu- of sociale kenmerken promoten (‘artikel 8’-producten).
- Grijs; producten die duurzaamheid niet promoten (artikel 6’ of ‘overige producten’).
Hoe groener een beleggingsproduct claimt te zijn, hoe meer de beheerder over de ecologische en sociale kenmerken moet rapporteren. Toch zijn er anders dan bij de labels voor wasmachines grote verschillen mogelijk tussen bijvoorbeeld beleggingen die als ‘lichtgroen’ classificeren. Rekening houden met ecologische en sociale kenmerken is op vele manieren in te vullen. Bovendien moet de classificatie toegepast worden op allerlei soorten beleggingsproducten: van simpele aandelenfondsen tot pensioenfondsen die in een veelvoud aan beleggingscategorieën investeren. Dat maakt verschillende soorten beleggingsproducten, met eenzelfde classificatie, onderling slecht vergelijkbaar. Binnen die classificatie moeten financiële instellingen daarom uitleggen welke ecologische en sociale kenmerken ze promoten, hoe het nastreven van die kenmerken wordt gemeten, en welke bindende duurzame elementen gelden voor het beleggingsbeleid.
Eerste stap gezet in 2021
Op 10 maart 2021 trad het eerste deel van de SFDR-wetgeving in werking. Op die datum moest Pensioenfonds Detailhandel onder andere informatie over de rol van duurzaamheidsrisico’s in het eigen belonings- en beleggingsbeleid worden gepubliceerd. Deze informatie moet te vinden zijn op de website van de organisatie. Aan deze vereisten voldoet Pensioenfonds Detailhandel. Ook is er een verwijzing naar het beleggingsbeleid opgenomen in de startbrief voor nieuwe deelnemers.
Tweede stap nu ook gezet
Het tweede deel van de wetgeving behelst nog meer transparantie. Pensioenfonds Detailhandel heeft een zogenaamd “precontractueel template” met ecologische en sociale kenmerken van de pensioenregeling opgesteld. Gauw vergeten die term! Kortweg houdt het in, dat we hierin volgens een bepaald format deelnemers moeten informeren over hoe we rekening houden met ecologische en sociale kenmerken, welke doelstellingen we daaraan koppelen, en hoe we die doelstellingen meten. Ook hebben we de wettelijk verplichte aanvullende duurzaamheidsinformatie op onze website geplaatst. Op de website lichten we toe hoe we aan de informatie over ecologische en sociale kenmerken hebben verkregen en hoe we die data gebruiken. Halverwege 2023 komt daar nog een periodieke rapportage bij in het jaarverslag van Pensioenfonds Detailhandel. Dan rapporteren we of we daadwerkelijk hebben voldaan aan de ecologische en sociale kenmerken die we van tevoren kenbaar hebben gemaakt.
De pensioenregeling van Pensioenfonds Detailhandel is ‘lichtgroen’
Pensioenfonds Detailhandel promoot sociale en ecologische kenmerken van de pensioenregeling. We voeren immers een verantwoord beleggingsbeleid, toegespitst op de voorkeuren van deelnemers. Het beleggingsbeleid is zoveel mogelijk ingericht naar de voor ons belangrijke Sustainable Development Goals van de VN. Voor een groot gedeelte van de beleggingsportefeuille (de beide aandelenportefeuilles, de green bond portefeuille, de bedrijfsobligatie portefeuille en de portefeuilles met staatsobligaties opkomende landen) worden ecologische en sociale kenmerken gepromoot. Dat geldt ook voor de vastgoed, -hypotheek- en impactfondsen. Voor de portefeuilles met (langlopende) Europese staatsobligaties geldt dat er zogenaamde EU sustainable bonds worden opgenomen. In de portefeuilles beursgenoteerd vastgoed en hoogrenderende obligaties worden uitsluitingen toegepast. Toch hebben deze portefeuilles daarbuiten geen ecologische of sociale kenmerken. Van de laatste twee portefeuilles is het de ambitie die in een later stadium nog wel door te voeren.
Ongunstige effecten van beleggingsbeslissingen op duurzaamheidsfactoren niet in aanmerking genomen
Pensioenfonds Detailhandel heeft ecologische en sociale kenmerken bepaald voor de beleggingen. Het pensioenfonds werkt aan het doorvoeren van nog meer ecologische en sociale kenmerken in de portefeuille. Dit is een proces van vele jaren. Pensioenfonds Detailhandel moet in haar beleid echter ook aangeven of zij rekening houdt met de negatieve gevolgen van haar beleggingen. Als zij dit doet, dan moet hier over gerapporteerd worden. Hier kiest Pensioenfonds Detailhandel voor een ‘opt-out’. Het pensioenfonds heeft beschreven op welke wijze ze een aantal ongunstige effecten meeweegt in de beleggingen, maar op een andere wijze dan de wetgeving hier bedoelt. Het gaat dan om de zogenaamde due diligence beschrijving. De Europese Commissie schrijft echter een lijst hele specifieke negatieve impactindicatoren voor. Dit betreffen ten minste 18 verschillende onderwerpen. Een aantal van de negatieve impactindicatoren die worden voorgeschreven door de wet, neemt Pensioenfonds Detailhandel mee in haar beleid, maar niet allemaal. Daarnaast is de wetgeving niet duidelijk over wat precies wordt bedoeld met rekening houden met negatieve impact. Betekent dit dat erover gerapporteerd moet worden, of ook dat het pensioenfonds de ongunstige effecten van haar beleggingen steeds verder beperkt en haar beleid doorlopend aanpast op basis van de 18 verschillende duurzaamheidsonderwerpen?
Organisaties met minder dan 500 werknemers kunnen ervoor kiezen om niet te rapporteren over de ongunstige effecten van haar beleggingen mits ze die keuze beargumenteren. Pensioenfonds Detailhandel heeft 9 medewerkers. Door de onduidelijkheid van de uitwerking van deze specificatie in de wet, namelijk het feit dat het Pensioenfonds slechts een deel van de indicatoren meeweegt, kiest Pensioenfonds Detailhandel voor een opt-out. Daarom houdt het pensioenfonds geen rekening met de ongunstige effecten van haar beleggingen op duurzaamheidsfactoren. Dit is ook opgenomen in de informatie over de pensioenregeling. Pensioenfonds Detailhandel kan dit heroverwegen als er meer duidelijkheid is over de wet, en als blijkt dat de negatieve impact indicatoren aansluiten bij de wensen van de deelnemers.